Het oppervlaktewater – regenwater, bronwater - dat in het mijnverzakkingsgebied geen uitweg heeft, moet dan ook ten eeuwigen dage opgepompt worden om te voorkomen dat dit gebied permanent onder water zou komen te staan. Het effectief verpompen gebeurt hier waar we nu staan en dat gebeurt door NV Mijnschade en Bemaling Limburgs Mijngebied (MBLM), een dochtervennootschap van de Limburgse investeringsmaatschappij LRM.
Tot voor kort werd dit water volledig in de Zuid-Willemsvaart gepompt. Het is weliswaar geen drinkwater, maar toch zeer zuiver water van goede kwaliteit.
Door de verzakking veranderde het reliëf ook zodanig dat de aanwezige Vrietselbeek van haar bron werd afgesneden. Het bovenste deel van de beek kon niet meer op een natuurlijke manier afwateren en stroomt nu in tegenovergestelde richting naar dit laagst gelegen punt in het landschap. Stroomafwaarts op de beek, voorbij de mijnverzakking, werd dan destijds in Dilsen-Stokkem een tapping voorzien op de Zuid-Willemsvaart, om kanaalwater in de rest van de beek te brengen om te vermijden dat deze droog zou blijven staan.
Met het project dat we u vandaag voorstellen vervangen we nu het kanaalwater van de tapping terug door dit opgepompt water uit het eigen natuurlijk brongebied van de Vrietselbeek.
Het kanaalwater in de Zuid-Willemsvaart is afkomstig van de Maas en bevat veel kalk en organisch materiaal. Dat is nadelig voor de biologische kwaliteit van de Vrietselbeek, omdat het zorgt voor algengroei en het natuurlijke systeem van de waterloop verstoort. Door het zuiverder water van de mijnverzakking rechtstreeks naar de verdere loop van de Vrietselbeek te brengen, herstellen we nu voor een stuk het natuurlijke beekmilieu. De provincie is de LRM dan ook heel dankbaar voor de kans om dit water te mogen gebruiken.
Straks gaan we naar een nieuwe verdeelput kijken die geplaatst werd door de Vlaamse Waterweg bij de heraanleg van het jaagpad langs het kanaal. Die verdeelput laat toe om de hoeveelheid water dat naar de beek gaat, te sturen. Het water komt in de verdeelput terecht via een speciale ondergrondse leiding, die voorzien is om absoluut lekvrij en waterdicht te blijven, omdat een eventueel lek de kanaaldijk zou kunnen verzwakken.
Vanaf het einde van de ondergrondse leiding stroomt de Vrietselbeek dan via de oude, open beekbedding opnieuw richting Lanklaar/Dilsen-Stokkem.
De werken hebben ook een positieve invloed op de geurhinder die buurtbewoners van de Vrietselbeek ervaren bij droogte en waterschaarste. In droge periodes werd de oude watertapping aan het kanaal op bevel van de Vlaamse Waterweg verminderd om voldoende water in de Zuid-Willemsvaart te houden. Het gevolg daarvan was een lager debiet in de Vrietselbeek waardoor geurhinder kon ontstaan. Doordat de Vrietselbeek nu rechtstreeks gevoed wordt met water uit het mijnverzakkingsgebied blijft de waterhoeveelheid voldoende hoog en zal de geurhinder in droge periodes verminderen, al moeten er in de toekomst ook nog een aantal rioleringswerken gebeuren die de waterkwaliteit verder zullen verbeteren.
Het provinciebestuur is de grootste waterloopbeheerder in Limburg met meer dan 1600 km beken en rivieren in beheer. Samen met de gemeentebesturen, landbouwers, natuurverenigingen, regionale landschappen,… gaan we de strijd aan tegen droogte en wateroverlast. Voor dit project hebben we een overeenkomst en werken we samen met LRM om de Vrietselbeek terug in een goede ecologische conditie te brengen. Ook het bekkensecretariaat van het Maasbekken en de Vlaamse Waterweg werden bij de opstart van het project betrokkenen.
Doordat we zo dicht bij onze partners staan, beschikt de provincie over een schat aan lokale terreinkennis, ervaring en expertise, die breder wordt ingezet dan enkel op het gebied van waterbeheer. Denk maar aan natuurinrichting of landbouwondersteuning. Die provinciale verankering van het waterbeheer betekent een grote meerwaarde voor Limburg en voor een sterk Vlaams waterbeleid.