Impact op inheemse soorten
De Amerikaanse stierkikker is een invasieve uitheemse soort. De kikker heeft zich sinds 2000 in Vlaanderen weten te vestigen, waarschijnlijk via het uitzetten in tuin- en natuurlijke vijvers. Sindsdien heeft deze enorme kikker (ze kunnen 25 cm groot worden en 500 gr wegen) zijn leefruimte in de provincie Antwerpen over tientallen kilometers en honderden vijvers uitgebreid, voornamelijk in de vallei van de Grote Nete. De vraatzucht van de stierkikker en de afwezigheid van natuurlijke vijanden hebben een enorme impact op inheemse soorten. Bijkomend verspreidt de soort ziektekiemen die schadelijk zijn voor onze inheemse amfibieën.
Aanwezigheid in Limburg onderzocht via eDNA-screening
Gedeputeerde van Milieu en Natuur Bert Lambrechts licht toe: “De voorbije jaren waren er al enkele losse waarnemingen van de stierkikker aan de provinciegrens en in het noordwesten van Ham. Die dieren zijn waarschijnlijk afkomstig uit de vallei van de Grote Nete waar zich een grote populatie bevindt. In 2020 ontdekten medewerkers van het PNC een roepend mannetje vlakbij Ham. Volwassen mannetjes zijn gemakkelijk herkenbaar aan hun typische roep tijdens het paarseizoen. Het geluid doet denken aan een loeiende koe. In de zomer van 2021 zijn dan waterstalen van 15 vijvers verzameld gelegen aan beide zijden van het kanaal Dessel-Kwaadmechelen (noordwesten van Ham). Het INBO onderzocht deze stalen op de aanwezigheid van stierkikker-DNA.”
Rein Brys van het INBO verduidelijkt: “In opdracht van het PNC voerden we een eDNA-screening uit. Daaruit bleken 6 van de 15 vijvers waarvan waterstalen werden onderzocht positief voor Amerikaanse stierkikkers. Het vermoeden dat de stierkikker ook in de provincie Limburg aanwezig is, wordt dus bevestigd. Uit de sterkte van het signaal kunnen we opmaken dat het gaat over enkelingen. Het doctoraatsonderzoek van Teun Everts zorgde voor een methode die het mogelijk maakt om de sterkte van het eDNA-signaal te vertalen naar een aantal dieren. Waarschijnlijk gaat het in Ham nog om enkelingen, uitwijkelingen afkomstig van de grote stierkikkerpopulatie rond Balen, die langs het kanaal Dessel-Kwaadmechelen in Limburg terecht zijn gekomen. Het stierkikkerinitiatief in Ham is alvast een mooi voorbeeld van hoe een early-detection-rapid-response systeem in de praktijk werkt en hoe eDNA-analyse hierin een sleutelrol speelt.”
Verder onderzoek en bestrijding
“Wij zitten niet stil”, benadrukt Bert Lambrechts. “De provincie voorziet een budget van
15 000 euro om de stierkikker op korte termijn te bestrijden. We moeten kost wat kost verhinderen dat de soort zich bij ons verspreidt. Nu kort en krachtig reageren vermijdt zware bestrijdingskosten op langere termijn. We gaan dieren bestrijden en meer vijvers onderzoeken om de verspreiding beter in kaart te brengen. Ook de expertise uit het LIFE-project “3n-stierkikker”waarin PXL Bio-Research een belangrijke rol speelt, wordt ingeroepen. Alles gebeurt in nauwe samenwerking met de eigenaars van de vijver.”
Sarah Descamps, onderzoekster bij PXL Bio-Research, vult aan: “Sinds 2012 zijn in Vlaanderen verschillende bestrijdingscampagnes opgestart. Het LIFE-project coördineert en voert al deze acties momenteel uit. De bestrijding in Ham zal gebeuren door afschot en het plaatsen van enkele en dubbele schietfuiken. Op de locaties waar de stierkikker zich effectief voortplant, worden fuiken ingezet om larven, subadulte en adulte dieren af te vangen. Dit gebeurt wanneer de stierkikker actief is en moet enkele jaren na elkaar gebeuren. Daar waar maar een zwak eDNA-signaal opgepikt is, gaat het over enkele zwervende subadulte of adulte dieren. De vangkans met fuiken is dan klein, vandaar de keuze om die dieren op hun vaste rustplaatsen via afschot te verwijderen. Parallel aan de bestrijding in Ham zullen er via het LIFE-project jaarlijks ook grote bestrijdingscampagnes plaatsvinden aan de randzones in de vallei. Zo willen we de populatie onder controle houden en verdere verspreiding vermijden.”